De mate van de insulinedosisaanpassing is afhankelijk van de hoogte van de bloedsuiker- en ketonenwaarde en dient altijd besproken te worden met het diabetesteam of de behandelend arts. In het bijzonder, bij een bloedketonwaarde van hoger dan 1,5 mmol/l, wordt overleg met de zorgverlener sterk aanbevolen. Een bloedketonenwaarde boven de 3 mmol/l duidt op een uitgesproken ketoacidose, die onmiddellijk dringende medische hulp vereist.

Als aanvulling op de behandeling met insuline moet veel water of isotone vloeistof (ongeveer 1 liter per uur) worden gedronken, om het met de ketoacidose geassocieerde vochtverlies te compenseren.

Het is ook belangrijk om lichamelijke rust houden, om de energiebehoeften van de cellen niet nog verder te vergroten. Men dient wakker te blijven om de regelmatig controle van de bloedsuiker- en bloedketonenwaarde en de eventuele voortzetting van de behandeling niet te missen. Indien mogelijk, dient u niet alleen te blijven in een dergelijke situatie.

Voor gedetailleerde behandeladviezen en meer informatie over wat te doen bij een ketoacidose: vraag het uw diabetesteam of behandelend arts.